De provincies Zeeland en Limburg herbergen de meeste grenswerkers in Nederland.
Vanuit de Belgische provincies Limburg en Luik wordt relatief veel over de grens gewerkt. In 2013 ging het om respectievelijk 5 procent en 3,5 procent van alle werkenden. Daarbij gaat het in veel gevallen om mensen met de Nederlandse nationaliteit die in België zijn gaan wonen en in Nederland werken.
De Nederlandse provincies Zeeland en Limburg volgen op gepaste afstand met rond de 2 procent grensarbeiders. Vanuit de Duitse grensregio’s wordt relatief weinig over de grens gewerkt. Het meest kwam dit voor vanuit Weser-Ems, grenzend aan Nederland bij Groningen, Drenthe en Overijssel, en vanuit Düsseldorf.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
(klik op grafiek voor uitvergroting)
In totaal woont een half procent van de werkende Nederlanders woont in eigen land, maar werkt in België of Duitsland. Dat komt neer op 43.000 mensen die voor hun werk de grens moeten oversteken.
Deze Nederlanders behoren tot een leger van Europese werkenden die de grens overgaan om in een buurland hun salaris te verdienen. In 2013 ging het om ruim 1,8 miljoen inwoners van de Europese Unie, wat overeenkomt met 0,8 procent van de werkzame bevolking in de EU.
Het aantal grensarbeiders nam de afgelopen jaren toe; vijf jaar geleden waren het er nog bijna 1,5 miljoen. Vanuit Slowakije (bijna 6 procent) en Estland (bijna 4 procent) werkten relatief veel mensen in het buitenland. In de overige EU-landen kwam het aandeel grensarbeiders niet boven de 2,5 procent uit.
Lees ook
Bedrijven kiezen meer voor flexwerk
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl